Welkom op mijn website!
Het eerste deel van mijn motto ‘zo buiten, zo binnen: waar we zijn, is wie we zijn’ is een variatie op het bekende Hermetische gezegde ‘zo boven, zo beneden’. Het tweede deel is geïnspireerd door de stelling ‘wie we zijn hangt direct af van waar we zijn’ van Duane Elgin (uit zijn boek Het levende universum). Het feit dat ons leven altijd volkomen is ingebed in de natuurlijke, cyclische leefomgeving, in het landschap, – een realiteit, waar we in de Westerse wereld lange tijd op collectieve wijze aan voorbij zijn gegaan – is bij mij in toenemende mate centraal komen te staan als inspiratiebron.
Wat dit betreft zit er natuurlijk ook een lichamelijk aspect aan het landschap. Zoals Valerie Andrews het heeft uitgedrukt: ‘Het land is werkelijk het grotere lichaam dat ons omhult; het is onze tweede huid.’ (A Passion for This Earth). Misschien is het zelfs juister om te zeggen dat het land onze eerste huid is. In dit verband heeft de Ierse filosoof en ‘moderne mysticus’ John Moriartyi – die het grootste deel van zijn leven in afgelegen, bergachtige streken in het westen van Ierland heeft gewoond – in een interview benadrukt, dat hij niet dacht over de berg, maar met de berg. Hij verwoordde hiermee zijn wederkerige relatie met de omringende natuurlijke wereld, waar veel inheemse volkeren bekend mee zijn geweest en soms nog zijn. Dit is wat jezelf ervaren als onderdeel van de natuur impliceert. Thomas Berry’s belangrijke inzicht dat het universum geen ‘collectie van objecten’ is maar een ‘communiceren van subjecten’, wijst in dezelfde richting. En de diverse wetenschappelijke veldtheorieën (van o.a. Rupert Sheldrake en Ervin Laszlo), die steeds meer ‘terrein’ winnen in onze tijd, dragen er ook aan bij dat de buitenwereld weer wordt tot onze binnenwereld – een wereld waarvoor we willen zorgen.
Een fenomeen dat mij ook in toenemende mate is gaan fascineren betreft de dubbele aard van de natuurlijke wereld (nacht en dag, winter en zomer, vrouwelijk en mannelijk, uitademen en inademen, etc.), en de manier waarop dit principe zich manifesteert in onze eigen dubbele natuur. Fysiek hebben we allemaal natuurlijk een symmetrisch lichaam (twee ogen, twee oren, twee handen, twee longen, twee hersenhelften, etc.), maar de Nederlandse antropoloog Jan van Baal heeft er in dit verband ook op gewezen dat we aan de ene kant onlosmakelijk verbonden zijn met het universum, omdat we eruit zijn voortgekomen, maar dat we aan de andere kant als subject het confronteren, ons er tegenover opstellen. (Van Baal’s term subject verschilt inhoudelijk van Thomas Berry’s term, en verwijst naar wat psychologen aanduiden met het ego.) Hij is zeker niet de enige die tot dat inzicht is gekomen, maar het is me waarschijnlijk bij gebleven omdat hij het zo kort en krachtig heeft verwoord. Het komt er in ieder geval op neer, dat we zowel verbonden als afgescheiden wezens zijn.
Wanneer beide zijden gelijk worden gewaardeerd, is de dubbele natuur gebalanceerd (zoals prachtig verbeeld door het Taoistische yin-yang symbool), en dit is het geval geweest zolang we ons helemaal ingebed zijn blijven voelen in de matrix van de omringende natuurlijke wereld. Sinds we onze levens collectief als afgescheiden van de omgeving en van elkaar zijn gaan ervaren – als gevolg van de opkomst van het ego (door de Engelse psycholoog Steve Taylor toepasselijk de ego explosie genoemd) waardoor rond 6000 jaar geleden de koers van de Westerse samenleving ingrijpend is veranderd -, hebben we ons zelf gevangen in ongebalanceerde en rusteloze vormen van dualistisch denken en handelen. De diverse crises waarmee we in onze huidige tijd wordt geconfroneerd, die volgens mij verschillende manifestaties zijn van een alomvattende spirituele crisis, maken pijnlijk duidelijk hoe belangrijk het is om collectief de verloren balans te herontdekken.
De aard van onze dubbele natuur, en de noodzaak van balans tussen beide zijden, wordt mooi verbeeld door een veelzeggende droom van een vrouw die is beschreven door de Jungiaanse psycholoog Marie-Louise von Franz (en die ik aantrof in het boek Love and the Soul van Robert Sardello). Het betrof een droom die deze vrouw had gehad over Carl Gustav Jung net nadat hij was overleden (in 1961). Hoewel zij grote waardering had voor Jung, had ze hem nooit persoonlijk gekend. De droom ging als volgt. Ze was bij een tuinfeest waar veel mensen op een grasveld stonden. Jung was een van hen. Hij droeg een vreemde groene outfit: aan de voorkant waren zijn colbert en broek fel groen, aan de achterkant waren zij zwart. Toen zag zij een zwarte muur waar een gat uitgesneden was, precies in de vorm van Jung’s figuur. Opeens stapte Jung in het gat, en daarna was alleen nog een complete zwarte oppervlakte zichtbaar. Maar iedereen wist dat hij niet weg was, dat hij er nog steeds was. Toen keek de dromende vrouw naar haarzelf en ze ontdekte dat zij zelf ook zulke kleren droeg, groen van voren en zwart van achteren.
Deze droom laat heel mooi zien dat we allemaal (zowel mannen als vrouwen!) een dubbele natuur hebben, en hoe we in die hoedanigheid ook altijd ingebed zijn in het ons omringende landschap. De tijdelijkheid manifesteert zich via de kleur groen, die onafgebroken voortkomt uit het ongemanifesteerde donker en ook daarin terugkeert. Maar dit donker blijft voortdurend aanwezig: het bezielt het landschap en en alles wat leeft, inclusief onszelf. Ik ben er zelf inmiddels van overtuigd geraakt dat onze vroegere voorouders uit de Steentijd heel goed hiermee bekend moeten zijn geweest toen zij hun openlucht tempels – waaronder de steencirkels – bouwden op nauwkeurig bepaalde locaties. Wij zijn die bezieling geleidelijk aan steeds meer kwijt geraakt sinds we er collectief voor hebben gekozen om de werkelijkheid te beperken tot het tastbare en meetbare groen, onder regie van een materialistisch georiënteerde visie op het leven. Maar gelukkig dringt het steeds meer door dat we – ondanks de fantastische technische verworvenheden – hiermee een doodlopende straat zijn ingeslagen. We kunnen om ons heen zien dat de crisis die ons in diverse vormen confronteert een groeiend aantal mensen wakker schudt en doet realiseren dat we zonder die bezieling niet kunnen overleven. We kunnen niet veel langer voorbij gaan aan onze wezenlijke dubbele natuur en aan het (blijven) vinden van een balans tussen het vrouwelijke en het mannelijke, tussen yin en yang. Dat is voor mij in essentie ook de boodschap van die droom.
Ik heb al gewezen op het fenomeen van het ingebed zijn, het feit dat we altijd volledig zijn ingebed in het ons omringende leven. Dit speelt een centrale rol in al mijn schrijven. De golf kan niet bestaan zonder de oceaan. En de oceaan kan niet bestaan zonder de matrix van Moeder Aarde. En zo verder. Of meer mechanisch uitgedrukt: deze website is niets zonder het Internet. Maar ook hier zit een meer organische kant aan, want deze website is natuurlijk helemaal niets zonder jullie, mijn bezoekers!
Vanuit deze werkelijkheidsbeleving – die naar mijn overtuiging ooit spiritueel (en later ook religieus) werd vormgegeven via een vrouwelijke verbeelding – heb ik van 2007 tot 2013 mijn jarenlange interesse samengebracht in een boek, getiteld ´Het voortleven van het Godinnenerfgoed´. Meer informatie over dit boek elders op deze website. Vanaf 2019 ben ik bezig geweest met het schrijven van een tweede boek, getiteld Het hele verhaal. Meer informatie over dit boek
Ook heeft die inspiratiebron geleid tot het schrijven van een aantal artikelen, die qua thematiek misschien nogal gevarieerd overkomen, maar voor mij toch duidelijk voortkomen uit diezelfde inspiratiebron. Die artikelen kunnen (in pdf formaat) geraadpleegd en gedownload worden op deze website.
Tevens heb ik van 2012 tot eind 2019 blogs geschreven op Leiden Law Blog, de (Engelstalige) blogsite van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid van de Universiteit Leiden. Via deze website kan je die ook lezen.